Molen De Koker

De geschiedenis van meelmolen De Koker gaat terug tot 1592. Samen met andere molens werd het meel gemalen voor het scheepsbeschuit en voor het stijfsel waarmee kanten kragen in vorm werden gehouden. Het scheepsbeschuit werd gegeten aan boord van de schepen van de VOC en WIC. Tot aan het einde van de 19e eeuw werd de molen van graan voorzien door middel van een bootje dat tot in de molen voer. De Koker is de enige nog bestaande meelmolen die het meel voor scheepsbeschuit maakte.
In de 19e eeuw verbrandde de molen en werd na te zijn herbouwd getroffen door de bliksem. Dankzij een meelmolen uit Graft kon De Koker opnieuw worden herbouwd. In 1928 raakte de molen in onbruik om in 1944 in deplorabele toestand te worden toegevoegd aan het bezit van vereniging De Zaansche Molen, die de molen restaureerde en tot de dag van vandaag de molen beheert.