The king of comedy

Jerry Langford (Jerry Lewis) is een succesvolle talkshow host en stand up comedian. Op het televisiescherm is hij de uitbundige presentator en gevatte komediant. Maar dat is slechts een rol die hij speelt. Buiten het zicht van de camera’s is Langford een norse en onvriendelijke man die niets wil weten van de mensen die hem adoreren. Rupert Pupkin (Robert De Niro), die claimt de grootste fan van Langford te zijn, laat zich hierdoor niet van de wijs brengen. Hij ambieert maar één ding; een beroemde komiek worden als zijn idool Jerry Langford. Pupkin, overtuigd van zijn eigen komisch talent, wil schitteren in het TV programma van Jerry. Ondanks dat hij hiervoor telkens wordt afgewezen door de producenten en Langford zelf, laat hij zich door niets en niemand tegenhouden. Samen met partner in crime en mede-superfan Masha (Sandra Bernhard) komt hij met een buitenissig plan om toch in de show van Jerry Langford te verschijnen. 

“The King of Comedy” is een bijtende satire op de Amerikaanse entertainmentindustrie en de gekte rondom het idool-zijn, verpakt in een intrigerende zwarte komedie. De film was destijds bepaald geen kaskraker. Misschien ligt dat aan de structuur van het verhaal: Martin Scorsese laat de werkelijkheid en de fantasie van Rupert Pupkin door elkaar heen lopen, waardoor de kijker snel op het verkeerde been wordt gezet. Tegenwoordig wordt de film meer gewaardeerd. Er zijn talloze talentenshows op de beeldbuis waarin niet-getalenteerde figuren zijn te bewonderen. Rupert Pupkins uitspraak “Better to be a king for a night than a schmuck for a lifetime” is dan ook volledig op deze “talenten” van toepassing.