De Nieuwe Kerk
De Nieuwe Kerk staat op een historische locatie waar al sinds het jaar 1000 een kerkgebouw heeft gestaan. Bij opgravingen zijn resten gevonden van een stenen kerk uit de 11e eeuw. De huidige kerk werd in 1809 gebouwd ter vervanging van de bouwvallige Oude Kerk, waarvan een groot deel van het interieur werd hergebruikt. Bijzonderheden van de kerk zijn onder andere de rijkversierde burgemeestersbank en het doophek, beide voorzien van houtsnijwerk met vijf deugden. In 1865 werd, na veel weerstand, het huidige orgel ingewijd. De toren, inclusief de luidklok en het uurwerk, is sinds de Napoleontische tijd eigendom van de gemeente. Het uurwerk wordt nog steeds wekelijks opgewonden, en de klok luidt op zondagen voor de kerkdienst. De aangrenzende begraafplaats, ooit onder kerkelijk beheer, werd in 1925 overgedragen aan de burgerlijke gemeente.
